Donderdag 29

29 juli 2021 - Hoge Tatra, Slowakije

Donderdag lopen we een rondje omdat we weer in dezelfde hut overnachten. Ontbijt gekregen en een lunchpakket voor onderweg. Het wordt een trip van naar schatting (volgens de reisbescheiden) dik 7 uur met een stijging en daling van 1067 meter. Vannacht heeft het geregend en daardoor hangt er mist in het dal en tussen de bergen. Dat maakt het uitzicht minder leuk als we op weg zijn naar Terryho chata. We moeten flink stijgen en de mist wordt dikker hoe hoger we komen. We stonden 10 meter voor de chata toen we hem pas opmerkten. Nat van zweet en mist naar binnen. Na een uur koffiedrinken weer verder gegaan naar de bergkam met de naam Priecne Sedlo. Bij de laatste 300 meter kun je hier gebruik maken van kettingen aan de rotswand. Vrij steil dus. Nadat we de kam waren overgekomen weer steil naar beneden en op weg naar Zbojnicka chata over de gebruikelijke rotsen en door de sneeuw. En een Zbojnicka is een rover leerden we van een ANWB gids die daar zat en samen met zijn dochters op pad was. Alledrie wonen ze in Slowakije en ze hadden enkele tips voor ons. Verder op de weg naar beneden vroeger we ons af waarom die dochters naast Nederlands en Slovaaks ook Hongaars konden spreken. Toen we het drietal op weg naar beneden inhaalden konden we om uitleg vragen.
Tsjechoslowakije werd pas opgericht na de eerste WO in 1918. Daarvoor was het onderdeel van het koninkrijk Hongarije wat weer onderdeel was van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Deze laatste was grote verliezer in de eerste wereld oorlog en werd opgesplitst. Ook nu nog spreken veel Slovaken nog Hongaars en zijn er scholen waar in het Hongaars onderwijs wordt gegeven.
Zo, weer wat geleerd.
We zijn in speedmars verder gelopen naar onze hut. 
Wat ons verder opvalt aan dit gebied is dat we eigenlijk nog maar 1 diersoort hebben gezien, namelijk heel veel vliegjes bij de hut. Verder nergens, alleen bij de hut. Volgens de folder zijn er wel beren. Niets van gezien. We zien ook nergens keutels of andere uitwerpselen van andere dieren. Bij de eerste hut liep wel een vosje, maar die was al behoorlijk aangepast. Hij zag ons wel maar was niet echt onder de indruk. Ook hoor je hier in tegenstelling tot Oostenrijk geen bellen van koeien of geiten. Hier wonen gewoon geen boeren. Allemaal natuur met veel wandelpaden en veel keien. De voeten worden op de proef gesteld. 

Foto’s