Hoorn

Gisteren zijn we aan onze roadtrip begonnen. Omdat we nog maar 1 dag onderweg zijn is het in ieder geval al een roadtripje. Wie weet wordt het nog een echte roadtrip. We zitten nu in het centrum van Hoorn. Weer met z'n tweeën.

Ons roadtripje bracht ons eerst naar de Zaanse Schans. In onze beleving is het daar altijd druk met mensen uit andere landen. Wegens Corona zou het nu weleens iets rustiger kunnen zijn. En dat klopte denk ik. Ik vond het nog wel druk maar anderhalve meter was goed te doen.  De Zaanse Schans is openbaar gebied en vrij toegankelijk. Voor parkeren en bepaalde dingen betaal je een entreeprijs. Wij hebben natuurlijk ergens geparkeerd waar het gratis was en hebben alleen voor consumpties betaald. Het is een mooie wandeling als je de dijk volgt langs de Zaan en dan met het pontje oversteekt naar de overkant om dan over de Lagedijk in Zaandijk weer terug te lopen. Tenminste, dat denk ik; het pontje voer niet wegens Corona.

Wat zie je daar op de Schans?

Oliemolen, verfmolen, zaagmolen, watermolen, mosterdmolen, papiermolen, Albert Heijn, kaas, klompen, antiek en curiosa en mooie huisjes en gebouwen van hout die echt uitstekend in de verf staan. Er is de laatste jaren veel geld verdiend en dat is dus goed besteed. Maar volgens de mevrouw in de mosterdwinkel moest er dit jaar geld bij omdat de verkoop natuurlijk erg tegen valt. Verder nog bijzonderheden? Één dingetje viel mij op. Een kaart van 1930 met alle molens. Er stonden toen langs de Zaan zo'n 300 (!) molens. Ik wist wel dat er veel hadden gestaan, maar 300 is we heel veel. De meeste zijn dus weg. 

Na de Schans vervolgden wij ons tripje. We gingen even naar Middenbeemster in de Beemster. Gewoon even het centrale kruispunt een paar keer oversteken en door de droogmakerij rijden. UNESCO dingetje hè, moet je even zien. Hartstikke mooi en als je er in de buurt bent even het museum van Aagje Deken en Betje Wolff bezoeken. Dat hebben wij niet gedaan. Bijzonder is ook de kerk in het midden van het dorp. De kerk is niet de moeite waard maar de verassing zit in het zijkamertje, het stovenhok. Een schitterende verzameling  stoven en Oudhollandse delfsblauwe tegeltjes. Voor de rijken een stoof in de koude kerk en de armen mochten zich even opwarmen in het stovenhok.

Vanuit Middenbeemster richting het westen de droogmakerij uitrijden over de dijk. Op de ringdijk naar het noorden rijden heb je rechts de Beemster en links de natte weilanden tussen De Rijp en Schermerhorn. Een enorm hoogteverschil en een groot contrast voor wat betreft het landgebruik en perceelsgrootte. Maar rond het jaar 800 was het allemaal veen zoals links. Maar door ontginning in combinatie met stormvloeden sloeg het veen weg en ontstond een meer dat een open verbinding had met de Zuiderzee. En dat grote meer was bij stormvloed een bedreiging voor Amsterdam. Reden voor een aantal investeerders om het meer leeg te pompen. Na  ongeveer 5 jaar pompen met behulp van een stuk of 50 molens, was de klus geklaard. De grond was zo vruchtbaar dat de terugverdientijd maar 1 jaar was. Vervolgens werden van de winsten mooie panden en boerderijen gebouwd.

Door dit succes werden nog een paar meren drooggelegd maar deze waren minder lucratief. 

Enfin, we gingen naar Hoorn en ons roadtripje begint op een citytripje te lijken. Vreselijk lekker gegeten in Hoorn. En dat was dus gisteren. Het was een mooie dag, dat dan weer wel.